Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


stadhuis

Stadhuis

Stadhuizen horen tot de oudste openbare gebouwen die in de middeleeuwse steden verrezen. Ook in Arnhem was een huis der burgers. Hier kwamen de schepenen en burgemeesters bijeen voor hun bestuursvergaderingen en rechtspraak. Het stadhuis bevond zich aan de Markt, ongeveer waar nu het Paleis van Justitie staat. Die markt was toen overigens veel kleiner dan nu.

Na de woelige en financieel moeilijke jaren na de Franse revolutie besluit het gemeentebestuur naar andere huisvesting om te zien. Het oude Gotische stadhuis was erg zwaar vervallen en werd rond 1830 gesloopt. En als nieuw stadhuis kocht de gemeente omstreeks 1828 het Duivelshuis, dat in de loop der jaren enkele keren is verbouwd en uitgebreid.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het achtergebouw, aan de Walburgstraat, in vlammen opgegaan; het Duivelshuis is de Slag om Arnhem redelijk goed doorgekomen. In de eerste jaren na de oorlog is wat er nog over was van het stadhuis, behalve het Duivelshuis, alsnog gesloopt om plaats te maken voor een stadhuis dat meer aansloot op de moderne tijd en haar eisen.

Voor dat nieuwe stadhuis is - in 1953 - een openbare ontwerpwedstrijd uitgeschreven. Dit gebeurde op advies van de Architecten Advies Commissie en de Raad van Nederlandse Architecten. Zij kwamen tot dit advies omdat maar weinig architecten ervaring hadden op het gebied van de stadhuisbouw. “Omdat het stadhuis, dat meer dan welk openbaar gebouw representatief is voor de Gemeente, een bijzondere verzorging vraagt, zowel om de inrichting zo doelmatig te doen zijn, als ter verkrijging van een uiterlijke verschijningsvorm, welke het ‘huis der gemeente’ van een stad als Arnhem waardig is.”
De prijsvraag werd (uiteindelijk) gewonnen door architect J.J. Konijnenburg, oud-leerling van architect Gerrit Rietveld, met zijn ontwerp ‘Spazio’. Dat de keuze op dit ontwerp viel was om de lichte en open uitstraling van de architectuur, de verbinding die het ontwerp legde met én de Eusebiuskerk én de Walburgiskerk, en de vormgeving en plaats van de raadzaal. Het nieuwe stadhuis is uiteindelijk in 1968 (15 jaar na het uitschrijven van de prijsvraag) in gebruik genomen.

Tussen 1998 en 2001 is het stadhuis gerenoveerd door Trebbe Bouw en AGS Architects. In 2007 en 2008 is ook het interieur aanzienlijk verbouwd.

Wat is er te zien?

Buiten

Atrium

De verschillende bouwdelen zijn zo geplaatst dat een atrium, een binnenplein, ontstaat. We kennen deze ook in het Huis der Provincie en het Paleis van Justitie. De straat gaat daarbij ongemerkt over in deze binnenplaats, die vervolgens aan de oostzijde via de fragiele glasconstructie doorloopt tot in de grote hal.
Dat is dus anders dan anders: de binnenplaats is niet bereikbaar via een monumentale doorgang maar is aan één zijde helemaal open gehouden door de vleugel met de wethouder- en commissiekamers op pijlers te plaatsen en de zijde aan de Koningstraat helemaal open te houden (nader wel overspannen door de Bennisallee, de loopbrug)

De architect heeft in het ontwerp de “openheid van het bestuur” tot uitdrukking willen brengen. Hij heeft dat bereikt door deze lichte architectuur (de entree tot het gebouw via onderdoorgangen en atrium) en de licht getinte materialen en veel, vaak tot de vloer doorlopend glas.

Verschillende vleugels

Aan de noordzijde (de kant van de Broerenstraat) is de kantoorvleugel en de openbare balie waar het directe contact met de burger plaatsvind (geboorteaangifte, paspoort afhalen, enz.), aan de zuidzijde (de kant van de Walburgstraat) de bestuursvleugel.

Constructie

De verschillende vleugels van het stadhuis hebben staalskeletten met vliesgevels van marmer en glas. Verder is het gebouw van gewapend beton met een bekleding van natuursteen volgens de stijl van het functionalisme. De bestuursvleugel staat op stalen pijlers, waardoor een arcade wordt gevormd als open verbinding tussen het voorplein en het binnen plein.
Bij de renovatie van 1998-2001 is de buitengevel voorzien van nieuwe huid van gevlamde marmeren platen (de oude begonnen los te laten en dreigden van de muur te vallen).

De bouwhoogte

Omdat het gebouw tussen de Eusebiuskerk en de Walburgiskerk staat, mocht het niet een te hoog massief bouwblok worden. De bouwhoogte is daarom beperkt

De toegang tot het gebouw

De hoofdentree van het Arnhemse raadhuis ligt aan de zuidzijde (ingang Walburgstraat). Hier ga je via een natuurstenen plateau (onder het overstekende volume met televisievenster waarin zich de raadzaal bevindt) met enkele treden het gebouw binnen, en kom je uit in de grote hal, die onder de ontvangstzaal ligt.

De Bennisallee

De Noord- en de Zuidvleugel zijn behalve door de grote hal aan de oostkant met elkaar verbonden door een loopbrug. De loopbrug is op verzoek van de toenmalig wethouder Bennis (wethouder van 1957 tot 1972) aan het stadhuisontwerp toegevoegd om zo de looproutes tussen de 2 vleugels te bekorten. Hij wordt vaak de “Bennisallee” genoemd.

Inscriptie

In de lage witmarmeren muur langs de vijver staat een tekst gegraveerd van de Arnhemse dichter schrijver en politicus Bernard Verhoeven: “Dit stenen teken meldt dat Arnhem met geweld geschaad werd en geschonden maar zich door burgers moed na twintig jaar in gloed en glorie heeft hervonden”.
Aan de Walburgstraat zijn enkele reliëfs te zien van de staat waarin de Eusebiuskerk en omgeving

Historische loper

Ontwerper Ruud-Jan Kokkeplugin-autotooltip__plain plugin-autotooltip_big Van ontwerper Ruud-Jan Kokke zijn in Arnhem verschillende werken te bewonderen. In deze Gilde-Encyclopedie komen we hem tegen in de pagina’s over het Stadhuis en de Eusebius. Meer informatie over hem en over zijn Arnhemse werken vind je hier: Arnhem uit de Kunst, Theo Brink, Uitgave Hijman Ongerijmd, blz 57 e.a. renoveerde in 2007 het buitenterrein en de entree van het stadhuis. Hij vergrootte het bordes en bracht een L-vormige trap aan met een brede, roestvrijstalen loper ervoor. In deze loper staat een poëtische, speciaal door Koos van Zomeren geschreven tekst gelaserd die ’s avonds van onderuit wordt belicht. Zij vertelt over de geschiedenis van Arnhem.

De raadzaal

De raadzaal springt als een blokvormig geheel en springt aan de zuidzijde sterk uit boven de vijver met de fonteinen. Hij is geplaatst op pijlers. Ook dit symboliseert de bestuurlijke openheid.

Kunstwerken

Het stadhuis kent, buiten en binnen, veel kunstwerken. Enkele voorbeelden zijn op het voorplein een afgietsel van de sculptuur 'Phoenix' van de Russisch-Franse beeldhouwer Ossip Zadkine (1890-1967), een bronzen plastiek zonder naam (het suggereert vallende bladeren die als het ware op het water drijven) en op het voorterrein de sculptuur 'Evolutie' van de Velpse beeldhouwer Piet Slegers (1923-2016), en vlak bij de ingang Grietje van Monica Elias - van Panthaleon van Eck.

Binnen

De burgerzaal

De burgerzaal is een hoge en transparantie ruimte. Hij is de belichaming van het open karakter dat men nastreefde: er moest een vrije communicatie zijn tussen burger en overheid met niet alleen raadsvergaderingen, maar ook discussies, concerten en de in de jaren zestig in zwang zijnde instuiven. Hal en trap zijn multifunctioneel; door op de trap stoelen te plaatsen kan de raadhuishal onder andere fungeren als concertruimte. Ook vormt hij de verbinding tussen kantoorvleugel en de bestuursvleugel.

De stalen pijlers van de dakconstructie zijn geplaatst in het oostelijke deel en verjongen van boven naar beneden. Doordat zij in het gebouw zijn geplaatst en doordat veel glas is gebruikt lijkt het van buiten heel licht van opzet.

De vloer is belegd met licht en donkergrijs marmer in rechthoekige patronen en winkel-haakvormige lijnen.

De trouwzaal

De oude trouwzaal had een strenge uitstraling, maar is in 2012 helemaal nieuw gemaakt, zeer afwijkend van de rest van het stadhuis.
De lichtinval van buiten was een probleem. Dit is opgelost met de plaatsing van de ambtenaar van de burgerlijke stand in de hoek van de zaal en met behulp van de rolgordijnen die een diffuus licht doorlaten. Er is veel high tech in de trouwzaal aangebracht.

De raadzaal

Bij de verbouwing van 2008 is gekozen is voor een pisteopstelling. De raadsleden, burgemeester en wethouders zitten in dezelfde vergadercirkel als de raadsleden, de voorzitter enigszins verhoogd zodat hij de zaal kan overzien. Daaromheen zit het publiek.
In het midden staan drie interruptiemicrofoons, waar sprekers naartoe lopen en zichtbaar worden voor de tribune. Zo wordt recht gedaan het “dualisme”.

Over deze verbouwing is langdurige gediscussieerd omdat men het in eerste instantie zonder ontwerper / vormgever wilde doen. De geopperde ideeën stuitten echter op veel weerstand. Uiteindelijk is gekozen voor een ontwerp (ook van de commissiekamers, de burgerzaal en het binnenplein) van Ruud-Jan Kokke. Deze heeft verschillende Gelderse kunstenaars (Ad Gerritsen, Rosemin Hendriksen, Koos van Zomeren, Petra Hartman, The People of the Labyrints) uitgenodigd ook een bijdrage te leveren.

Het tapijt is van Arnhemse kunstenaar Petra Hartman. Kokke: “De raadszaal kun je zien als een werkvloer waar weleens een woordje valt. Daarom besloot ik de woorden over de vloer te strooien zoals een timmermanswerkplaats vol ligt met houtkrullen.” . “Ik vroeg ieder raadslid twintig woorden op te schrijven en digitaliseerde de oogst. Kunstenaar Petra Hartman verwerkte het tot een patroon.
De woorden zijn verwerkt in het handschrift van de raadsleden.

De muurschildering is van Ad Gerritsen. Op een gele ondergrond zijn in zwart 28 hoofden geschilderd, die Als het ware over de schouders van de raadsleden meekijken.

De gesloten wand van de raadzaal is aan de zijde van de burgerzaal afgewerkt met houten lamellen. In die wand bevindt zich een orgel; de houten blaaspijpen daarvan zijn in de houten afwerking opgenomen.

De gang met de kamers van de wethouders

Het houtwerk roept de suggestie van openheid op door alle materiaal “opengeklapt” te gebruiken.

Kunstwerken

Ook naast de hiervoor al genoemde zijn er binnen in het stadhuis veel kunstwerken, zoals de Parachutist van Jits Bakker en Afwachting van Leo Braat in de grote hal en Gildedoeken van People of the Labyrints bovenaan de trap.

Wat is het weten waard?

Openbare prijsvraag

De ontwerpwedstrijd was al in 1953 uitgeschreven, maar het duurde nog een flinke tijd voordat er werd gebouwd. In eerste instantie kwam er geen winnaar. Dat had alles te maken met het programma van eisen, dat vooral ging over stedenbouwkundige aspecten (ligging en positie t.o.v. provincie en justitie, schakel tussen de historische binnenstad met zijn winkels en de warenmarkt) en de functies die het moest vervullen. Volgens de jury hadden de deelnemers de stedenbouwkundige vragen niet naar tevredenheid beantwoord. De meest kansrijke ontwerpen zijn daarna onder begeleiding verder uitgewerkt.

Spazio

De Italiaanse naam van het ontwerp van Konijnenburg is ‘Spazio’ (tussenruimte). Deze naam verwijst naar de ruimte tussen de oudste kerken van Arnhem, de Eusebiuskerk en de Walburgiskerk, die met dit ontwerp ingevuld werd, en dan ook nog met een gebouw dat in zijn gehele vormgeving tot uiting brengt hoe het stadhuis een schakel, een open tussenruimte vormt die als het ware uitnodigt tot contact tussen de burgerij en haar Overheid.

De eerste steen

De eerste steen werd gelegd op 18 september 1964 door vier jongeren die op 17 september 1944 waren geboren. In de jaren 1999/2000 onderging het gebouw een grondige restauratie, die in mei 2001 voltooid was; sindsdien is de eerste steen niet meer terug te vinden.

Architectuur

Het stadhuis is gebouwd in modernistische, functionalistische stijl en is zoals al gezegd een voorbeeld van een zgn. atriumgebouw

Wederopbouw

Het stadhuis behoort tot de grote projecten van de wederopbouw van het Arnhemse stadshart, dat juist in deze omgeving in september 1944 enorm verwoest is.

Stadskantoor

Architect Konijnenburg had een voor de jaren 60 ruim gebouw ontworpen met een overcapaciteit van 25%. Jaren later bleek die capaciteit toch niet toereikend te zijn. In 1992 werd er een “stadskantoor” aan de Eusebiusbuitensingel (ontworpen door architect Edward Morroy) in gebruik genomen. Dit stadskantoor zal in de komende jaren weer (geheel of gedeeltelijk) door de gemeente worden verlaten.

Willem Diehlprijs 2009

De renovatie van het stadhuis in 2007-2008 door Ruud-Jan Kokke is door de vakjury bekroond met de Willem Diehlprijs 2009.

Gemeentelijk monument

Het stadhuis is een gemeentelijk monument.

Weetjes

Raadzaal

In vroeger tijden maakten de fonteinen veel geraas, zoveel dat ze moesten worden uitgeschakeld als de raad bijeenkwam. Na raamisolatie was dit probleem deels verholpen.

Het orgel bij de raadzaal

Er is nooit gespeeld op het orgel. Het is nu eigenlijk alleen nog een façade. Het kan ook niet weggehaald worden omdat het hout van de wand geen duurzaam hout is en dus niet meer te koop.

Actualiteiten

Toekomstige verbouwing van het stadhuis

Men had het voornemen om het stadhuis grondig te verbouwen en te verduurzamen en daarna alle ambtenaren weer in het stadhuis onder te brengen. Dat blijkt financieel echter niet (meer) haalbaar.
Een bericht hierover is te lezen in de Gelderlander van 4 februari 2020

Data

1830 Het gemeentebestuur verhuist van het oude stadhuis aan de (Groote) Markt naar het Duivelshuis.
1893Het pand naast het Duivelshuis wordt door de gemeente gekocht en grondig verbouwd.
1895De gemeentelijke huishouding en de trouwzaal worden ondergebracht in de uitbreiding van het stadhuis. Iets later koopt de gemeente ook het pand op de hoek van de Walburgstraat en de Koningstraat. Het stadhuis werd in zijn totaliteit gerestaureerd.
1899Op 1 juli 1899 vindt de eerste raadszitting plaats.
1944 - 1945Groot gedeelte van de Arnhemse binnenstad en ook het stadhuis worden verwoest (het Duivelshuis blijft gespaard). Ten gevolge hiervan worden de gemeentelijke diensten verspreid over de stad.
1953Op 10 augustus 1953 schrijft het College van B&W een openbare prijsvraag uit voor de bouw van een nieuw stadhuis (voor een prijs van f 65.000,00).
1954 - 19551 december 1954 is de sluitingsdatum. Er zijn 77 inzendingen. Op 24 februari 1955 brengt de jury (9 stemgerechtigde leden en 2 adviseurs) hun rapport uit en aan 3 inzenders wordt verzocht met een nadere uitwerking te komen.
1959Op 24 januari 1959 wordt het ontwerp ‘Spazio’ van J.J. Konijnenburg als winnaar uitgeroepen.
1960 - 1963Op 11 januari 1960 besluit de gemeenteraad na enkele aanpassingen door de architect over te gaan tot de bouw; op 15 januari 1963 geeft de gemeenteraad haar financiële goedkeuring aan het plan.
1964Op 18 september 1964 wordt de officiële eerste steen gelegd door 4 jongeren, die op 17 september 1944 (begin Slag om Arnhem) zijn geboren.
1968Op 12 september wordt het nieuwe stadhuis officieel in gebruik genomen. De bouwkosten resulteren in een bedrag van f 13.000.000 (ca € 5.900.000).
1998 - 2001Het gebouw is gerenoveerd naar een ontwerp van AGS Architecten en Planners. Interieur wordt gerenoveerd.
2007 - 2008Het interieur van het stadhuis is aangepast aan eigentijdse eisen.

Literatuur / websites

  • Van Duivelshuis tot Stadstheater, Monumenten van bestuur en cultuur in Arnhem, Henk Wentink, Uitgeverij Matrijs, Arnhemse Monumentenreeks nr 34
  • Arnhem uit de Kunst, Theo Brink, Uitgave Hijman Ongerijmd, blz 56 e.v.
  • Beeldenvaart door Arnhem, M. Beks en W. van Heusden, 1983
  • AA40 of Arnhem Authentiek in 40 onderwerpen. B. Beumer, 2001, Westervoort, Uitgeverij Beeld, pp. 114-116
  • Wederopbouwdatabank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
  • Gids Arnhem en omstreken
  • Gemeentehuizen in Gelderland, Thea en Jan de Roos, Groningen, 1995
stadhuis.txt · Laatst gewijzigd: 2023/10/30 09:08 (Externe bewerking)