Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


karel_van_gelre

Karel van Gelre

Karel van Gelre werd – als Karel van Egmond – geboren in 1467 in Grave en was de zoon van Adolf van Egmond (hertog van Gelre en graaf van Zutphen van 1465 tot 1471 en in 1477) en Catharina van Bourbon.
Karel en overleed in Arnhem in 1538.

Karel was zes jaar oud toen Bourgondische troepen onder leiding van Karel de Stoute Nijmegen onder de voet liepen. Hij werd als gijzelaar meegevoerd en grootgebracht aan het Bourgondische hof in Gent . Onder voogdij van Karel de Stoute en later van aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk werd hij daar opgevoed door de dochter van Karel de Stoute, Maria van Bourgondië (hij was 10 jaar jonger dan Maria). Maximiliaan sloeg hem op 9 april 1486 tot ridder.
Als jonge ridder vocht hij in het leger van Maximiliaan tegen de opstandige Vlaamse steden en tegen de Fransen. Die maakten hem krijgsgevangen en in de jaren aan het Franse hof werd hij omgevormd tot bondgenoot van de Fransen tegen de Bourgondiërs.

Karel van Egmond wordt Hertog van Gelre en graaf van Zutphen

Van oudsher vochten verschillende grafelijke en hertogelijke families al om de macht in Gelre. Zelfs binnen families werd erom gestreden (zo waren de vader van Karel, Adolf, en zijn vader ook jarenlang elkaars rivalen).
In de tweede helft van de vijftiende eeuw kwamen daar ook de Bourgondische en Habsburgse vorsten bij. In 1473 kwam Gelre in handen van de Bourgondische hertog Karel de Stoute, die met geweld had ingegrepen in de Gelderse opvolgingsstrijd.
Karel de Stoute sneuvelde in 1477, voor de Staten van de vier Gelderse Kwartieren de aanleiding zich weer onafhankelijk te verklaren.
In de jaren daarna werd er veel strijd geleverd om de macht in Gelre. Tot 1492. Toen slaagden de Gelderse staten erin Karel van Egmond tegen betaling van losgeld vrij ten krijgen uit de Franse gevangenschap. En werd hij ingehuldigd als Hertog van Gelre en Graaf van Zutphen.
Vanaf dat moment gaat hij door het leven als Karel van Gelre.

Karel van Gelre strijdt voor onafhankelijkheid van de Bourgondiërs

Decennia lang voerde Karel van Gelre oorlog tegen de Bourgondiërs (door het huwelijk van Maria van Bourgondië met de Oostenrijkse aartshertog Maximiliaan in 1477 in Habsburgs bezit gekomen) om de macht in Gelre. Hij streefde naar herstel van de gewestelijke autonomie en oude privileges die door de centralisatiepolitiek van de Bourgondisch-Habsburgse heersers waren ondermijnd.
Bij de strijd had Karel een belangrijke steunpilaar in zijn maarschalk Maarten van Rossem.

De eerste jaren (tussen 1493 en 1501) deden Filips de Schone en Maximiliaan van Oostenrijk wel pogingen om Gelre te heroveren, maar die mislukten. Al werd er wel fel gevochten en veel vernield.

De Gelderse oorlogen

Tussen 1501 en 1543 laaiden geregeld gevechten op. Gevechten niet met grote veldslagen tussen legers, maar in de vorm van kleinschalige schermutselingen, plundertochten en hinderlagen. Het ging er niet zachtzinnig aan toe. Gijzelaars werden opgesloten, vijanden wreed gemarteld, overlopers geëxecuteerd. Karel schrok ook niet terug voor de plundering van kloosters. Geld speelde hierbij een opvallende rol. Karel en zijn maarschalk Maarten van Rossem worden wel militaire ondernemers genoemd. Zij investeerden in het huren van soldaten, maar die verdienden zichzelf terug doordat ze overal buit maakten in de vorm van goederen, gijzelaars en brandschat.

In de verdrukking, de knieval van Rozendaal

In 1502 probeerde Karel van Gelre het op Kleefs grondgebied gelegen Huissen te veroveren. Dat mislukte, vooral omdat Huissen aan een kant aan de Rijn ligt en daar hulp en voedsel kon worden aangevoerd.

Dan gaan in 1502 de Bourgondiërs in de aanval en veroveren Arnhem. En vervolgens ook een groot gedeelte van Gelre. In 1504 kon Karel niets anders doen dan zich overgeven en vrede sluiten met de Habsburgers in de persoon van de Filips de Schone. Karel moest zich in het kasteel van Rozendaal vernederen door voor Filips te knielen: de 'knieval van Rozendaal'.

Het tij is gekeerd

Na het overlijden van Filips de Schone in 1506 hervatte Karel de strijd en keerde het tij.

In juli 1513 had Karel Gelre grotendeels heroverd; in 1514 veroverde Maarten van Rossum de stad Arnhem. Hij gebruikte daarbij een list: hij smokkelde in een korenwagen verborgen soldaten de stad binnen; die openden daarop de poorten en lieten de hertogelijke troepen binnen. Deze gebeurtenis met de 'Korenwagen van Arnhem' wordt wel vergeleken met het Paard van Troje en het Turfschip van Breda.

Om zijn macht te vergroten wilde Karel zijn gebieden verder uitbreiden. Dit deed hij bijvoorbeeld door het Oversticht plugin-autotooltip__plain plugin-autotooltip_big Het Oversticht was het noordelijke gedeelte van de Stichtse Landheerlijkheid waarover de bisschoppen van Utrecht in de Middeleeuwen als vorst de landsheerlijkheid uitoefenden. Als gebied kwam het grotendeels overeen met de huidige provincies Overijssel en Drenthe. Deventer was met zijn kapittel aan de Sint Lebuïnuskerk bestuurlijk en religieus de belangrijkste stad van het Oversticht te bezetten en een groot aantal andere steden en gebieden te plunderen. Ook veel Friesen plugin-autotooltip__plain plugin-autotooltip_big Tijdens het bondgenootschap met de Friezen werkte Van Rossum nauw samen met de Friese vrijheidsstrijder Grutte Pier. Samen voerden ze rond 1518 oorlog tegen de Hollanders, die de partij van de Habsburgers hadden gekozen en de Groningers en Ommelanders sloten zich bij hem aan.
Rond 1520 was Karel op het toppunt van zijn macht en had hij het oppergezag in Friesland en Groningen.
Zijn veldheer Maarten van Rossem bezette bovendien korte tijd Den Haag plugin-autotooltip__plain plugin-autotooltip_big Bij de plundertocht in Den Haag, dreigde Van Rossem de stad te plunderen en plat te branden. Hij eiste 28.000 gulden van de Haagse bevolking, waarvan 8000 gulden daadwerkelijk betaald werden. Van Rossum nam hier genoegen mee en in plaats van de stad plat te branden, hield hij het ‘slechts’ bij het plunderen van de stad. en Utrecht.

En toch liep het voor Karel niet goed af

In 1515 krijgt Bourgondië een nieuwe vorst: Karel V, die door huwelijken, erfenissen en verkiezingen koning van Spanje, keizer van Duitsland en heer der Nederlanden is geworden. Steeds meer steden kiezen voor hem en keren zich af van Karel van Gelre.
En de legers van Karel V en zijn stadhouders waren sterk. Te sterk omdat ook de Fransen de tijd en energie voor eigen zaken nodig hadden en Karel niet meer ondersteunden. In 1536 (Slag bij Heiligerlee en Vrede van Grave) had Karel alleen het gewest Gelre nog over.

Karel als bestuurder

Karel was zeker niet alleen een oorlogvoerende hertog. Hij was ook een uitstekend bestuurder die toezag op het beheer van dijken en onderhoud van sloten.

In 1530 gaf Karel opdracht de Rijn te verleggen. Die maakte - ter hoogte van de Nieuwe (Malburger)Haven – een bocht naar het zuiden om bij de Praets weer bij de stad uit te komen. Door die bocht af te snijden liep de rivier dichter langs de stad.
Voor het werk en de kosten liet Karel Arnhem opdraaien. Door een extra belasting te heffen op eerste levensbehoeften, bier en meel kwam de last bij de burgers terecht. Boeren van de Veluwe en uit de Betuwe werden via de “graaf- en karrenplicht” verplicht om zes jaar lang het graafwerk te doen. (Zie voor meer informatie De Nieuwe Canon van Arnhem van Jan de Vries.)

Het roemloze einde van Karel

Na het verlies van de andere gewesten deed Karel nog een wanhoopspoging zijn onafhankelijkheid te behouden door te onderhandelen met de koning van Frankijk. Dat schoot de Gelderse steden in het verkeerde keelgat. En ze hadden genoeg van de hoge belastingdruk en de vele oorlogen. Ze wilden van hem af en kozen nog tijdens zijn leven Willem van Kleef als hun nieuwe hertog.
Kort daarna, in 1538, overleed hij.
Hij werd begraven in een imposante graftombe in de Eusebiuskerk.

Het einde van het Hertogdom Gelre

Gelre heeft van alle Nederlandse gewesten het langst zijn onafhankelijkheid behouden. Karel van Gelre was in feite de laatste zelfstandige feodale heerser in de Nederlanden.
Maar na zijn dood duurde het niet lang meer. Karel V greep nog eens naar de wapens en was veel sterker dan het leger van de opvolger, Willem van Kleef. In 1543 kreeg Karel V, bij het verdrag van Venlo, ook over dit gewest en haar steden de zeggenschap.

Wat vinden we van Karel van Gelre?

Karel van Gelre (en met hem Maarten van Rossem) wordt enerzijds gezien als overleefde middeleeuwse machtswellusteling en anderzijds als dappere strijder voor de onafhankelijkheid van Gelre.
Zijn beide opvattingen een beetje juist? En is het voor ieder anders wat de doorslag geeft? En is ook de tijd waarin het strandpunt wordt bepaald, daarbij van belang?

Hoe dan ook:
Karel van Gelre is in 2018 verkozen tot de Grootste Gelderlander aller tijden.
De verkiezing was georganiseerd door de provincie Gelderland, de Radboud Universiteit, Erfgoed Gelderland en de Historische Herberg Arnhem.

In de Nieuwe Canon van Arnhem staat Karel van Gelre op de 7e plaats in de historische (hit)parade van personen (blz 125), in de 1ste Canon, verschenen in 2008, stond hij nog op de 2e plaats.

In de verkiezing van de grootste Arnhemmer aller tijden, in 2017 georganiseerd door de Historische Herberg Arnhem, heeft Karel van Gelre de halve finale bereikt.

Plaatsen waaraan de naam van Karel van Gelre verbonden is

  • Het Grafmonument in de Eusebiuskerk
  • Man in het kastje in de Eusebiuskerk
  • Standbeeld van Karel van Gelre op de Jansplaats
  • Het Gulden Spijker en het Zilveren Spijker bij de Jansbeek

Weetjes

Arnhem hoofdstad van Gelderland

Dat Arnhem de hoofdstad van Gelderland is, heeft de stad mede te danken aan Karel van Gelre.
De voorgangers van Karel hadden Arnhem al een centrumfunctie in het bestuur van het gebied gegeven. Hertog Karel zorgde er daarna voor dat Arnhem definitief de centrale rol binnen Gelderland kreeg: hij breidde de kanselarij uit – de plek waar vandaan een vorst belangrijke documenten opstelt en bezegelt – en vestigde zich ook op het kasteel bij de stad.
Dit onderwerp is uitgebreider beschreven bij het Huis der Provincie

Het familiewapen van Karel van Gelre

Karel voerde, net als zijn vader Adolf, als familiewapen het samengestelde wapen met de Gelderse en de Gulikse leeuw, niet het familiewapen uit het Egmondse huis. Zij gaven hiermee het bezit of de aanspraken op de landen van Gulik en Gelre aan.
Dit wapen is ook te vinden op zijn graf in de Eusebiuskerk.

Witte pauwenveren

Graaf Reinald I van Gelre (1271-1320) bezat een hof in Staverden. Daar werden witte pauwen gehouden.
De veren van die witte pauwen werden sinds de tweede helft van de 14-de eeuw door de Gelderse graven als versiering op hun helm en hun hoed gebruikt. Ook Karel van Gelre heeft zich met die veren getooid.
Voor deze helmtekens waren natuurlijk regelmatig nieuwe veren nodig. De graaf legde daartoe de leenmannen van Staverden de verplichting op om jaarlijks witte pauwenveren aan hun landheer te leveren.
Nadat Karel in 1543 zich aan het Bourgondische gezag had moeten onderwerpen, bleef de verplichting om witte pauwenveren te leveren bestaan. Pas met de opheffing van de heerlijke rechten in 1795 werd dit gebruik afgeschaft.

De gemeente Ermelo, waartoe Staverden nu behoort, en het Geldersch Landschap en Kasteelen schenken nog steeds van tijd tot tijd veren aan de commissaris van de Koning.
Het Cultuurfonds heeft een prijs die naar deze pauwenveren is genoemd, De Gelderse Pauwenveer. Die prijs wordt in de even jaren toegekend aan een in Gelderland gevestigde instelling op het gebied van cultuur of natuur.

De Bourgondiërs / Habsburgers in de tijd van Karel van Gelre

Karel de Stoute (1433-1477)
Hertog van Bourgondië, Brabant, Limburg en Luxemburg
Graaf van Vlaanderen, Artesië, Bourgondië, Henegouwen, Holland, Zeeland en Namen
Heer van Mechelen\ In 1472 werd hij bovendien hertog van Gelre en graaf van Zutphen.

Zijn dochter was:
Maria van Bourgondië (1457-1482)
Hertogin van Bourgondië, Brabant, Limburg, Luxemburg en Gelre
Gravin van Vlaanderen, Artesië, Holland, Zeeland, Henegouwen, Namen en Franche-Comté
Vrouwe van Mechelen
Door al deze titels was zij samenvattend vorstin van de Nederlanden.

Zij trouwde met
Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1519)
Een telg uit het huis Habsburg
Keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse natie.

Hun zoon was:
Filips de Schone (1478-1506)
Hertog van Bourgondië, Brabant, Limburg en Luxemburg
Graaf van Vlaanderen, Artesië, Henegouwen en Holland-Zeeland en Namen

Zijn zoon (uit het huwelijk met Johanna van Castilië (de waanzinnige), 1479-1555, koningin van een groot deel van Spanje, was:
Karel V (1500-1558)
Keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse natie
Koning van Spanje
Hertog van Bourgondië
In het rijk van Karel V ging de zon nooit onder, want door Spanje bezat hij ook Mexico en delen van Zuid-Amerika.
Noot: In 1543 was Gelre dus laatste deel dat bij de Bourgondische Nederlanden kwam.

Zijn zoon was
Filips II (1527-1598)
Hij erfde van zijn vader Spanje en de Bourgondische Nederlanden (het Duits/Oostenrijkse deel van het rijk van Karel V ging naar diens broer Ferdinand)

In de Tachtigjarige Oorlog ontstond de splitsing van de Bourgondische Nederlanden:
België bleef bij Filips II (de Spaanse Nederlanden, Unie van Atrecht),
Nederland vocht zich vrij als de Republiek der Verenigde Provincies (Unie van Utrecht).

Literatuur / Websites.

karel_van_gelre.txt · Laatst gewijzigd: 2024/04/07 10:01 door wim