Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


stadstheater

Stadstheater Arnhem

Velperbinnensingel 10
Het gebouw is een ontwerp van Frederik M.A. Brons plugin-autotooltip__plain plugin-autotooltip_big Frederik Brons (1897 – 1944) was een bouwkundig medewerker van gemeentewerken. Hij won de door het gemeentebestuur uitgeschreven prijsvraag. Nadat hij had gewonnen, ging hij verder als zelfstandig architect. en stamt uit 1937.
Het is een compact functionalistisch gebouw in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid met elementen van de Haagse School.

Wat is er te zien?

Buiten

Oorspronkelijk was de schouwburg een strak symmetrisch gebouw met veel rechte lijnen en een samenspel van rechthoekige, deels in elkaar geschoven volumes. Die symmetrie is nog steeds te herkennen, al is er weinig meer van over doordat het gebouw enkele keren (in 1978, in 1987 en 2006) grondig is verbouwd.

Foto van de ontwerptekening van de schouwburg 1).


Het oorspronkelijke voorste deel van het (symmetrische) gebouw bestaat uit een hoger middendeel met aan weerszijden twee lagere naar achteren verspringende vleugels.
Het is opgetrokken uit gele geslepenplugin-autotooltip__plain plugin-autotooltip_big Het slijpen van de steen gebeurde door de platte zijde van twee stenen (als beschuiten) tegen elkaar te schuren. Naast het ‘gladslijpen’ van de steen, konden de stenen ook onder een kleine hoek geslepen worden, waardoor de strek aan de voorzijde (zichtzijde) hoger is dan aan de achterzijde; het zogenoemde ‘armslijpen’. Bij verwerking lijkt het of deze stenen zonder voeg zijn gemetseld. baksteen op een natuurstenen plint. Doordat de stenen geslepen zijn werden de voegen tussen de stenen heel smal en komt de muur meer als één vlak over.
Het middendeel heeft vijf langgerekte glas-in-loodramen, verdiept aangebracht tussen naar voren springende natuurstenen kozijnen en doorlopend over de volle hoogte van het gebouw.

Het natuurstenen reliëf aan de gevel heet “Fantasie”. Het is een werk van Gijs Jacobs van den Hof en verbeeldt de godin van de liefde en de schoonheid, Aphrodite (Venus).

Langs het gehele gebouw met een plat dak is een overstekende dakrand aangebracht.

Op de glazen zijdeuren staat een statement van Martha Graham:
“Dance is the Hidden Language of the Soul”.
Martha Graham was een bekende Amerikaanse danseres en choreografe. Zij ontwikkelde de Grahamtechniek die uitgaat van het ritme van de ademhaling.

Aan de voorkant rechts bij de Schouwburg staat een kunstwerk, ‘Dans om het gouden kalf'.

Binnen

De grote zaal is opvallend hoog, hetgeen een direct gevolg is van het compacte ontwerp: om het oppervlak klein te houden werd de hoogte gezocht.
De zaal is voorzien van een orkestbak, zijloges, baignoires en twee relatief steile balkons.
Aan weerzijden van de grote zaal bevinden zich in lagere ondiepe aanbouwen de gangen naar de zitplaatsen. De grote zaal is een klassiek lijsttheater met een capaciteit van 735 stoelen verspreid over de zaal en twee balkons.
De reliëfs in de zaal zijn van de hand van Suzanne Nicolaas.

Achter de grote zaal ligt de toneeltoren, die hoger en aanmerkelijk smaller is dan de voorliggende bouwdelen. In de toneeltoren bevinden zich de trekkenwanden en de andere voor het toneel noodzakelijke installaties en technische faciliteiten.
In de toneeltoren bevinden zich 71 trekken, hijsinstallaties waarmee de decorstukken van boven in de toren razendsnel naar beneden kunnen worden verplaatst.

Aan weerszijden van de toneeltoren bevinden zich identieke aanbouwen voor kleedkamers, sanitair en werkruimten.

In de publieksruimte beneden staat een buste van Ton Wiggers, gemaakt door Natasja van den Eng. Ton Wiggers richtte in 1971 samen met Hans Focking het dansgezelschap Introdans op.

In de foyer boven zijn bijzondere en fraaie, geëtste glasdecoraties te zien, gemaakt door Wim Wagemans. Ook van buitenaf zijn ze boven de entree goed zichtbaar.

Wat is het weten waard?

Drie schouwburgen

De huidige schouwburg is de derde in Arnhem.

Van 1791 tot 1865 diende de voormalige kapel van het Sint Catharinae Gasthuis in de Bakkerstraat als theaterzaal.
Het gebouw, gebouwd in 1299, was opmerkelijk hoog, langwerpig vierkant in gotische stijl. Het bevond zich aan de oostzijde van de Bakkerstraat tussen de Pastoorstraat (voorheen Pastoorsteeg) en de Boerenstraat. Achtereenvolgens werd het gebruikt als gasthuiskerk, turfmagazijn, stadswaag (de Oude Komedie werd daardoor in de volksmond ook wel Oude Waag genoemd), school, kazerne, sociëteit, vrijmetselaarsloge, tentoonstelling- en vergaderlokaal, terwijl het ook lang het middelpunt van het Arnhemse amateurtoneel was.
In de zaal, bekend als ‘de Komedie’ werden vooral ‘comedies’ opgevoerd. De bovenverdieping werd vanaf 1808 als concertzaal gebruikt. Deze bovenzaal droeg de bijnaam ‘de Wip’ vanwege de meedeinende vloer als er gedanst werd.

Op 28 maart 1864 werd aan het Koningsplein begonnen met de bouw van een nieuwe schouwburg. Het ontwerp is van gemeentearchitect F.W. van Gendt en op 9 november 1865 werd de eerste voorstelling gegeven. Het ontwerp van Van Gendt trok landelijk de aandacht en kreeg veel waardering van uitvoerenden en publiek. De nieuwe schouwburg werd dan ook bespeeld door vrijwel alle belangrijke toneelgroepen die Nederland toen kende. Het toneel veranderde overigens duidelijk van 'spektakel' naar serieuze kunstproductie, maar dan toch wel vooral voor de stedelijke en regionale elite.
In Groningen is een identieke schouwburg gebouwd.
Dit gebouw is op 27 december 1934 tot de grond toe afgebrand. Open gasbranders verlichtten het toneel. Aan maatregelen voor veiligheid werd nauwelijks iets gedaan. Of dat eraan heeft bijgedragen is onbekend.
Verschillende toneelgezelschappen uit het hele land stuurden telegrammen waarin deelneming tot uiting werd gebracht met 'het groote verlies van den mooien, prettigen, goed geoutilleerden Schouwburg, die men had leeren waardeeren' (uit: Het Nieuws van den Dag). Ook verder is er in de pers destijds heel veel aandacht aan deze brand besteed. Dit is een deel van het artikel in de Telegraaf van 29 december 1934.

Op 2 januari 1937 startte daarna de bouw van de nieuwe schouwburg; op 19 oktober 1938 werd hij geopend door burgemeester H.P.J. Bloemers. Bij die gelegenheid werd het toneelstuk ‘Don Carlos’ van Friedrich Schiller opgevoerd door het Nederlandsch Tooneel met Albert van Dalsum in de hoofdrol.

Prijsvraag

Na de brand van de vorige schouwburg had het gemeentebestuur een prijsvraag uitgeschreven voor het ontwerp van een nieuwe schouwburg. De jury bestond uit landelijk bekende architecten: M.J. Grandpré Molière (hoogleraar aan de Technische Hogeschool in Delft en de grondlegger van de ‘Delftse School’, een traditionalistische architectuurstroming), J. de Bie Leuveling Tjeenk en P. Vorkink.
Brons was dus de winnaar van deze prijsvraag, met een ontwerp dat hij de naam ‘Feniks’ gaf. Naar de vogel uit de Griekse mythologie die uit zijn eigen as herrees, een passende naam dus.

De architectuurstijl

Het gebouw doet denken aan de moderne architectuur in die dagen in de trant van Willem Dudok. De symmetrische, classicistische opzet met aandacht voor ornamenten is daarentegen weer traditioneel.

Lof voor de architect

De logistiek in het gebouw was op een slimme manier opgelost en in de zaal was de ruimte zo opgezet dat de afstand tussen publiek en toneel niet te groot werd.
Met de creatie van Brons kreeg Arnhem als één van de eerste provinciesteden een moderne, goed geoutilleerde, schouwburg.
De architect oogstte met zijn ontwerp veel lof.

Het tragische einde van het leven van Brons

Na zware beschadiging van zijn gebouw in september 1944 en later bij gevechten om de Rijnbrug, ging architect Brons de schade opnemen. Hij werd toen gedood door vallend puin.

Toneel in Arnhem

Arnhem kent een bijzonder verleden op het terrein van de toneelkunst. Al in de 18e en eerste helft van de 19e eeuw trok Arnhem de aandacht door initiatieven op dit gebied. De bloeitijd ligt vooral in de tweede helft van de 19e eeuw, al speelt Arnhem ook sindsdien wel degelijk een rol in het Nederlandse bestel.
In het arnhems Historisch tijdschrift is daarover een reeks van 6 artikelen verschenen.

De schouwburg in de Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef de schouwburg open voor voorstellingen voor de Duitse Wehrmacht.
In april 1946 is hij weer officieel heropend.

Verdwenen kunst

Een pendant van het reliëf van Aprhrodite heeft aan de linkerzijde van de voorgevel gestaan: “Inspiratie”, voorstellende de god van muziek en licht, Apollo die op een adelaar staat. Dit is bij de laatste verbouwing verdwenen achter het metselwerk van de nieuwe uitbouw. Het is daarbij zo ingepakt dat het bij een volgende verbouwing weer tevoorschijn gehaald zou moeten kunnen worden.
Ook een ander beeld, Twee Muzen, is weggewerkt achter de constructie van de huidige entree.

Nieuwe stoelen

De kwaliteit van de stoelen was in het begin van deze eeuw erg slecht. In 2006 stelde B&W geld beschikbaar voor nieuwe, maar wilde een deel van d ekosten verrekenen met een “stoelenstoeslag” op elk entreekaartje (de “zachte billen belasting”). De gemeenteraad heeft dit echter niet laten gebeuren.

Uitbreiding en verbouwing

De aanbouw aan de linkerkant van het originele gebouw stamt uit de jaren 60 van de 20e eeuw. Het ontwerp is van ir. C. Pet.
In 1978 vond een uitbreiding met een kleine zaal en café-foyer plaats, alsmede een verbouwing. Met de kleine zaal kreeg Arnhem de eerste schouwburg in Nederland met een ‘vlakke vloer-zaal’, waardoor de afstand tussen spelers en publiek werd verkleind en waarmee moderne theateruitingen een passende uitvoeringsplek kregen.

Eén directie

Sinds 1.1.1997 zijn het Stadstheater Arnhem en Musis ondergebracht in één stichting en hebben zij één directie.

Stadstheater (of toch Schouwburg?)

In 2015 is de naam gewijzigd. De aanduiding ‘Schouwburg’ werd gewijzigd in ‘Stadstheater’.
Over het algemeen gebruikt het publiek de naam ‘schouwburg’ nog gewoon.

Actualiteiten

Het Stadstheater Arnhem is dringend aan een enorme opknapbeurt toe. Er wordt al enkele jaren nagedacht over een nieuwe verbouwing van de schouwburg of zelfs aan nieuwbouw.

Ook Introdans en Toneelgroep Oostpool kennen problemen op de locatie waar zij nu zitten. Voor de aanpak van dit alles zijn recent (2020) twee varianten ontwikkeld: (1) een 'huis voor iedereen', waarbij Introdans en Toneelgroep Oostpool gezamenlijke nieuwe huisvesting krijgen in een vernieuwd Stadstheater, of (2) vernieuwing van het Stadstheater met een opknapbeurt van de andere panden op hun huidige locatie. In beide varianten krijgt het Stadstheater een grondige vernieuwing.
De gemeenteraad heeft inmiddels (september 2020) een eerste discussie erover gehad. Daarin ging het vooral over zorgen over mogelijke prijsstijgingen en over de kosten van het energiezuinig maken en van de technische voorzieningen.

Literatuur / Websites

  • Van Duivelshuis tot Stadstheater, deel 34 Arnhemse Monumentenreeks, 2018
  • arneym.nl
1)
Gelders Archief, 1501 – 11186, Fotobureau Gazendam, Public Domain Mark 1.0 licentie
stadstheater.txt · Laatst gewijzigd: 2023/10/30 09:08 (Externe bewerking)