Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


eusebius

Dit is een oude revisie van het document!


Eusebius van Rome

Wie was Eusebius?

Eusebius was een heilige die leefde in Rome in de 2e eeuw na Christus.

Samen met zijn gezellen Pontianus, Vincentius en Peregrinus zette Eusebius zich in om de Romeinen tot het christendom te bekeren. Daarnaast gaven zij hun persoonlijke bezittingen aan de armen en zorgden zij ervoor dat de christelijke martelaren begraven werden. Zo bekeerden zij ook een lid van de senaat, senator Julius, die, al vóór zijn doop, al zijn bezittingen aan de armen gaf.

Dat alles was tegen het zere been van keizer Commodus (180-192).
Commodus wordt vaak gezien als een van de slechtste keizers van Rome (en dat als zoon van Marcus Aurelius, die vaak juist wordt gezien als een toonbeeld van een rechtvaardig en menselijk heerser). Hem werd slechte vriendjespolitiek en keuze van verkeerde adviseurs verweten. En zijn autocratische regering zou steeds corrupter zijn geworden. Tegen het einde van zijn leven begon Commodus onder invloed van exotische raadgevers aan godsdienstwaanzin te lijden. Eén van de uitingen ervan was dat hij zichzelf beschouwde als Hercules, de zoon van de 'allerhoogst verheven god' Jupiter.
Toen Eusebius en zijn gezellen keer op keer geweigerd hadden gevolg te geven aan een keizerlijke bevel om offers te brengen aan Jupiter en Hercules, werden zij gevangen genomen en gemarteld. Daarbij werd bij Eusebius de tong uit zijn keel gerukt. Een toekijkende christen, Faustus genaamd, raapte de tong van Eusebius op, deed hem in de plooien van zijn gewaad en ging ermee vandoor.

In de gevangenis begonnen zij (Eusebius zonder tong) dag en nacht met lofzangen de Heer dank te brengen en bleven zij het woord van Christus verkondigen en wonderen verrichtten.
Dit werd keizer Commodus te veel. Eusebius werd ter dood veroordeeld. In het amfitheater werden de vier door loodzwepen ter dood gebracht. De aanwezige priester Rufinus haalde de lijken weg en begroef ze niet ver van de stad Rome bij de zesde mijlpaal op het terrein tussen de Via Aurelia en de triomfboog. Dit alles gebeurde op 25 augustus.

Opmerking:
Er wordt wel gezegd dat Eusebius en zijn gezellen soldaten waren. Dat is echter onwaarschijnlijk. Er wordt van de mannen verteld dat ze christen waren. En in die vroege tijd gingen christenzijn en soldaat zijn niet samen.

De relieken van de heilige Eusebius

De relieken van Eusebius zijn allemaal (voor zover ze bekend zijn) in Arnhem. Dat is op zich bijzonder.
Bij de Eusebiuskerk is beschreven hoe de relieken in 1453 in Arnhem terecht zijn gekomen.

Over welke relieken hebben we het?

De schedel en de tong van Eusebius zij daarvan algemeen bekend.
Die rusten in de zilveren reliekschrijn die zich nu in een van de kerken van de Eusebiusparochie, de Sint Martinuskerk aan de Steenstraat, bevindt. Meer informatie hierover is daar opgenomen.

Naast de schedel en de tong zijn echter ook nog botten naar Arnhem gekomen. Die waren lang buiten beeld, totdat bij het herstel van de St. Walbugiskerk na het instorten van de linker toren in 1854 in de kerk begraven beenderen werden gevonden. Die bleken ook van Eusebius te zijn en daar bij de her-ingebruikname van de kerk door de katholieken na de teruggave door koning Lodewijk Napoleon te zijn begraven.
Tot de vernieling van de kerk in 1944 hebben zij vervolgens een plek gehad in een kistje onder het hoofdaltaar van de Walburgiskerk.
De koster heeft ze in de puinhopen van de kerk teruggevonden, maar wat er daarna is gebeurd? Een deel zou zijn verhuisd naar het Bisdom Utrecht. Een ander deel zou in een koker zijn ingemetseld in een pilaar in het kantoor van de woningstichting Sint Eusebius (nu Vivare), maar is bij de verbouwing in 2018 niet aangetroffen.
In de rubriek “Arnhem voor eeuwig” van de Gelderlander beschrijft Peter Bloemendaal aan de hand van een oude foto het leven in Arnhem in vroeger dagen. Deze aflevering gaat over de botten van Eusebius.

De verering van de relieken

Gedurende ruim een eeuw, in de tweede helft van de 15e en de eerste helft van de 16e eeuw, werden de relieken van Eusebius (de schedel en de tong in de reliekschrijn) vereerd in de Eusbiuskerk. Zij stonden daartoe in de daarvoor gebouwde kapel (de Eusebiuskapel) in de Eusebiuskerk uitgestald (in het katholieke jargon “uitgesteld”).
Daarnaast werden die relieken jaarlijks op 25 augustus (de sterfdag van Eusebius) door 4 priesters in processie door de stad gedragen.

Ook pelgrims van buiten kwamen destijds voor die verering naar Arnhem. Onder meer uit het mirakelboek (zie hierna) blijkt dat de relieken van Eusebius in Arnhem bovenlokale verering genoten.

Vanaf de 17e eeuw, toen de relieken weer terugkeerden in Arnhem, was hoogstens nog sprake van parochiële verering in verschillende kerken (zie hierna).

Zoals hiervoor vermeld hadden de botten van 1854 tot de vernieling van de kerk in 1944 een plek gehad in een kistje onder het hoofdaltaar van de Walburgiskerk (zie de foto 1) van dat altaar in 1937 hiernaast).

De omzwervingen van de relieken

In 1579 werd in Arnhem de reformatie doorgevoerd. De relieken waren toen niet meer veilig. De laatste pastoor van de Eusebiuskerk, Jorgen van Prumen (van Prüm) bracht ze in veiligheid in het Agnietenklooster aan de Beekstraat. In 1591 overleed pastoor Jorgen. Omdat de overste van het Agnietenklooster, zuster Gertrudis, vreesde dat de relieken toch in beslag genomen zouden worden, liet zij deze heimelijk de stad uitsmokkelen en naar Emmerik overbrengen. Vandaar zouden ze (in 1622) naar Deventer zijn overgebracht.

In 1625 keerde de reliekschrijn van Eusebius weer terug naar Arnhem. Hij kreeg een plaats in een van de katholieke schuilkerken in Arnhem, waarschijnlijk aanvankelijk in de St. Jansstatie en later in de in 1690 gestichte statie van St. Eusebius (de ingang hiervan was aan de Luthersesteeg, maar hij stond wegens de grote zijgevel met ramen aan de Varkensstraat bekend als de Varkensstraatkerk).
Toen in 1865 de (inmiddels van statie tot parochie verheven) Eusebiusparochie de nieuwe parochiekerk aan het Nieuwe Plein (de Kleine Eusebius) in gebruik nam, kreeg de reliekschrijn van Eusebius een plaats op het rechter zijaltaar. (zie de foto 2) van dat altaar in 1980-1985 hiernaast).

In verband met de sloop van de kleine Eusebius in 1990 is de reliekschrijn in 1988 overgebracht naar de schatkamer in de Walburgiskerk, en na de verkoop van die kerk in 2018 is hij tijdelijk tentoongesteld in Museum Catharijneconvent in Utrecht.

Op 3 februari 2024 kreeg de Reliekschrijn een nieuwe permanente plek in de Martinuskerk in de Steenstraat (informatie over de reliekschrijn is te vinden op de pagina over de Sint-Martinuskerk).


Het Mirakelboek

Ter ondersteuning wordt in 1475 het Mirakelboekje gemaakt door nonnen uit het Bethanie klooster (presikhaaf). In het handgeschreven boekje vinden we korte beschrijving van 32 verschillende wonderen van de heilige Eusebius. Het ging om onder andere genezingen en ontsnapping aan vijanden. Een paar voorbeelden: Een vrouw van een Arnhemse stadswacht was bedlegerig en liep moeizaam op krukken. Ze beloofde een bedevaart naar Sint Eusebius te doen, waarna haar handicap verbeterde. Na de bedevaart genas ze volkomen. Een moeder met een blind geboren kind van drie weken oud had veel verdriet. Ze dacht aan Sint Eusebius, riep hem aan en vroeg om hulp. Ze kreeg de ingeving het kind de ogen te openen. Uit de ogen van de baby kwam bloed, waarna hij kon zien. De moeder ging vervolgens op bedevaart. Een Arnhemse burger ging schatgraven buiten de stad. Drie vijandig gezinde personen wilden hem gevangen nemen. Hij bad tot Sint Eusebius en verweerde zich. Hierbij stak hij een van de belagers dood. Zo ontkwam deze Eusebius-fan aan zijn vijanden. Een Arnhemse vrouw met een gezwel in haar been, dat erg was opgezwollen en ondragelijk veel pijn deed. Ze bidt tot Sint Eusebius en belooft haar bedevaart te doen. Kort daarna verdween haar pijn en was het wonder geschied. Het handgeschreven wonderenboekje bevindt zich in de Handschriftenverzameling van het Gelders Archief (0508 – 191) en is gescand en online te raadplegen.

Eusebius en Arnhem

Eusebius is al eeuwenlang de patroonheilige van Arnhem. Hoe dat begonnen is, is beschreven bij de Eusebiuskerk.

Naar hem vernoemd is uiteraard allereerst de Grote of Eusebiuskerk.
Later ook de (rooms-katholieke) Sint-Eusebiuskerk aan het Nieuwe Plein 11. Die kerk werd ook wel Kleine Eusebius genoemd, ter onderscheid van de (protestantse) Eusebiuskerk of Grote Kerk aan het Kerkplein. De kerk is gebouwd in 1864-1865, wegens teruglopend kerkbezoek gesloten in 1985 en gesloopt in 1990.

Hij is, sinds 2011, de patroonheilige van de rooms-katholieke parochie Sint Eusebius (die nu de plaatsen Arnhem, Velp, Rozendaal, Rheden, De Steeg en Dieren omvat).

De R.K. Woningstichting Sint Eusebius was ook naar hem genoemd. Deze woningstichting is in 2010 opgegaan in de woningcorporatie Vivare.

Zijn naam is ook verbonden aan een drietal straten, de Eusebiusbinnensingel, de Eusebiusbuitensingel en het Eusebiusplein.

1)
Gelders Archief: 1583 - Fotocollectie voormalig gemeentearchief Arnhem 2 - 1895, Public Domain Mark 1.0 licentie
2)
Gelders Archief: 1524 - Diacollectie Gemeente Arnhem - 2604, CC0 1.0 licentie
eusebius.1735297300.txt.gz · Laatst gewijzigd: 2024/12/27 12:01 door wim