Dit blok van 4 beneden- en bovenwoningen achter één façade is rond 1894 gebouwd in opdracht van Johannes Beijer, opzichter van de Waterstaat in Nederlands-Oost-Indië.
Het is in eclectische stijl; door de “versieringen” met de witgeschilderde lijsten met erboven versierde lateien oogt het ook classicistisch.
De versieringen van de eerste verdieping geven dit pand bovendien het aanzien van een “stadspaleis”.

De voorgevel is nagenoeg symmetrisch ingedeeld in twaalf traveeën.

De verticale geleding van de gevel bestaat uit een licht risalerende eerste, zesde, zevende en tiende travee met hoekpilasters.
De pilasters hebben een geblokt gepleisterde schacht in de eerste bouwlaag en een gegroefde schacht met tectonisch kapiteel in de tweede bouwlaag.
De risalieten hebben een portiek in de eerste bouwlaag en een balkon in de tweede bouwlaag.
Merk op dat het hoekhuis (Boulevard Heuvelink 149; Prins Hendrikstraat 60) een enigszins afwijkende vormgeving heeft: het balkon bevindt zich in de travee rechts van het portiek en de tiende en twaalfde (afgeschuinde!) travee zijn wit gepleisterd.

De horizontale geleding van de gevel bestaat (van onder naar boven) uit
* een hoge geblokt gepleisterde souterrainverdieping met schijnvoegen en afsluitende waterlijst
* een geprofileerde cordonlijst en vlak fries met gesloten balustrade tussen de vensters van de eerste en tweede bouwlaag
* een afsluitend hoofdgestel met per travee een mezzanino-venster in het vlakke fries
* een gekorniste kroonlijst met bloktandlijst. Voluutconsoles boven de pilasters ondersteunen de kroonlijst.