Dit is een oude revisie van het document!
Nadat Koning Willem I in 1829 toestemming had gegeven de stadsmuren van Arnhem te slechten, is in de tweede helft van de 19e eeuw begonnen met de ‘Uitleg van de stad’ olv toenmalig stadsarchitect J.H. Heuvelink sr. Het Spijkerkwartier werd als eerste verwezenlijkt en omvatte onder meer de bebouwing van de buitensingels met voorname huizen. Men wilde vooral (terugkerende) Indiëgangers, handelaren en andere notabelen binnenhalen. Kortom, rijke mensen die wat te besteden hadden en in een groene omgeving wilde wonen.
De wijk ontleent de naam aan de twee Spijkers die tot 1880 aan de Molenbeek hebben gestaan.
Herenhuizen en arbeiderswoningen De wijk is een mengsel van volkswoningbouw en voorname huizen die vrijwel alle in de periode 1830 tot 1910 gebouwd zijn. In het algemeen wordt de bouwstijl van de grote huizen omschreven als eclectisch of neorenaissance met duidelijke Franse en Belgische kenmerken ‘een stukje Parijs of Brussel in Arnhem’. De voorname huizen werden gebouwd in kleinere blokken aaneen, waren evenwichtig opgebouwd in horizontale en verticale lijnen en waren rijk versierd met raam- en deurornamenten, gevelbekroningen en consoles en pilasters. Voor de bouw van de chique villa’s waren veel arbeiders nodig. De betrokken aannemers en timmerlieden werden snel rijk en zagen, naast het gevoel van noodzaak deze mensen te huisvesten, in de bouw van woningen voor hun arbeiders vooral een mooie belegging. De eenkamerwoningen zonder sanitair bouwden ze op kleine kavels in stegen die niet meer dan 3 meter breed waren. In de rug-aan-rugwoningen viel lucht en licht alleen van de voorzijde binnen. Het zal niemand verbazen dat de slecht gebouwde huizen vrij snel na de bouw verkrotten en het buurtje De Rietebeek verpauperde. In de wandeling zien we de grandioze stadsvilla’s aan brede lommerijke lanen nog terug in het zuidelijk deel van de wijk. De arbeiderswoningen in de Rietebeek hebben de jaren niet overleefd. Rond 1900 kwam er oog voor de ellende van de krotbewoners. Kerk en Sociaal Democratische Bond (later SDAP/PvdA) trokken hun lot aan (maar streden onderling ook om hun ‘zieltjes’ te winnen). Pas in 1985 is de sanering van het gehele wijkje voltooid en vervangen door modernere volkswoningbouw met woonerfjes.
Rietebeek, begin 20e eeuw Niet alleen wonen Kenmerkend aan de ontwikkeling van het Spijkerkwartier, maar ook voor de 19e en 1e helft van 20e eeuw, was het grote aantal ambachtelijke bedrijfjes waarin wonen en werken gecombineerd werd. Voor elke inwoner was er op loopafstand een bakker, slager, melkman, kruidenier, schoenmaker, kleermaker, stoffeerder etc.. De blokbebouwing gaf ook grotere bedrijven ruimte in het Spijkerkwartier. Zo vond je er op de binnenterreinen van de huizenblokken: Lijstenfabriek en Rijwielfabriek ADEK (Boekhorstenstraat), Rijtuigenfabriek( Spijkerlaan), Verlichtingsfabriek ( Dullertstraat), Smederij en Brandkastenfabriek Noppe (1e Spijkerdwarsstraat), Boom’s Pillenfabriek (Karel van Gelderstraat). De Eerste Arnhemse Passementfabriek (Boulevard) en het Verhuis- en boedelbedrijf De Gruyter (Parkstraat) zien tijdens we wandeling in een woonfunctie terug. Dankzij de niet aflatende inzet van Wekgroep Spijkerkwartier (sinds 1975) hebben de binnenplaatsen een geweldige nieuwe bestemming gekregen. Zo zien we aan de Prins Hendrikstraat de ecologische tuin, waar vroeger de lederwarenfabriek Jolita heeft gestaan. De zwaar vervuilde grond is opgeruimd en met een kleine subsidie hebben de buurtbewoners op de plaats waar een parkeerterrein gepland stond een pracht tuin aangelegd. Ze creëerden niveauverschillen en folies met de stenen van de afgebroken Stokvishal. Het reuzeachtige beeld is van Arild Veld en geïnspireerd op zgn MOAi-beelden die je ook op de Paaseilanden aantreft. Iets verderop met de ingang in de Parkstraat heeft De Watertuin de plaats ingenomen van drukkerij Haver Weenink. En dat zijn nog maar 2 van de 8 binnentuinen in het Spijkerkwartier. Het Spijkerkwartier en zijn bewoners Ik begin met het noemen van de beroemdste bewoner van het Spijkerkwartier: Nobelprijswinnaar (1902) Hendrik Lorentz (1853). De vader van Lorentz woonde aan de Steenstraat had achter zijn huis een grote stadsakker waarop hij bloemkolen kweekte. Het was een slimme man die zag dat de stadsuitbreiding het aantrekkelijk maakte zijn grond te verkopen. De bewoners van het Spijkerkwartier eren Lorentz met de muurschildering ‘Bloemkolenboom’ van Marcel Alberts op Nieuwe Land bij Verpleeghuis)en zijn prijswinnende wiskundige formule kun je ontcijferen in Lombardstraat.
Opening Lorentzpad in 2019 Anno 2020 zijn veel gezinnen en ambachtelijke bedrijfjes uit het Spijkerkwartier vertrokken. Van de huidige ongeveer 6500 inwoners vormen meer dan 75% eenpersoonshuishoudens. Ongeveer 70% is tussen de 18 en 34 jaar. Er wonen ongeveer 15% migranten met niet-westers achtergrond en 13% migranten met westerse achtergrond. Er wonen veel studenten, kunstenaars en zelfstandigen met een creatief beroep. De middenstanders met bedrijfjes vind je nu vooral aan de Steenstraat en de Spijkerlaan. Turkse, Arabische en Chinese supermarkten en eethuisjes zijn hier goed vertegenwoordigd en druk bezocht. De prostituees, verreweg de meest roemruchte bewoonsters van het Spijkerkwartier zijn er niet meer te vinden. In de periode 1963 – 2006 was het Spijkerkwartier in het hele land en tot ver in Duitsland berucht om zijn ‘red light district’. Op het hoogtepunt in de jaren ’80 werkten er 240 prostituees, kwamen er per etmaal 2400 klanten en daarnaast nog eens 3000 kijkers. De prostitutie criminaliseerde toen handel in vrouwen, wapens en drugs de overhand kregen. Werkgroep Spijkerkwartier speelde een belangrijke rol in de harde strijd tegen prostitutiebazen. In 2006 sloten de laatste bordelen.