het Naell Tynnegieterhuis
Het pand heeft een strakke 19e eeuwse bakstenen lijstgevel.
En twee gevelstenen
en boven de deur:
Naell Tynnegieter Pelgrumsdochter was een Arnhemse katholieke dame die woonde in het pand aan de Kleine Oord 85. Haar familienaam was Van Tuyll en zij stamde uit een geslacht waarin tinnegieters voorkwamen.
Zij stierf in 1562. In haar testament had zij bepaald dat haar huis bestemd moest worden voor de huisvesting van zes oudere hulpbehoevende weduwen:
“daerinne woenen sullen then ewigen daegen toe ses alde burgersche arme frouwepersoenen ofte meegden”.
Dit weduwenhuis heette officieel Weduwenhuis Over den Broeren. Die naam had het omdat het tegenover het Broerenklooster was gelegen, aan het begin van de Oeverstraat.
Het is nu bekend als het Naell Tynnegieterhuis.
Het was uitsluitend bedoeld voor inwoonsters van Arnhem, die er gratis konden wonen.
En hoewel de aanduiding weduwenhuis anders doet vermoeden, waren niet alleen weduwen welkom maar ook maagden (zie het citaat hierboven).
De vrouwen moesten van onberispelijk christelijk gedrag zijn:
“ehrliche godtfruchtige frouwenpersoenen”.
En zij moesten veel bidden voor de stichtster, haar ouders en haar zusters:
“arm, froeme, godtliche frouwepersoen ten ewigendaegen toe, die alle tijt bidden ind in oer gebett Naell vurseide mijt oere susteren ind alderen gedencken ind voer haer bidden sullen”.
De bewoonsters kregen maandelijks enkele guldens handgeld.
Vanuit het huis werden zij voorzien van maaltijden en brood, olie, hout, bier en turf voor de kachel in de kamer. En een paar pantoffels met Kerst.
Een weetje: op de kerkelijke hoogtijdagen (Kerstmis, Pasen, Pinksteren en Allerheiligen), op de feestdag van Sint Franciscus en op de sterfdag van Naell Tynnegieter moesten de bewoonsters gezamenlijk de maaltijd nuttigen:
‘Doch vurbehalden dat dese ses arme frouwepersoenen sullen then allen vier hoechtijden
ind op sanct Franciscusdach, ind op de dach dat Naell vurseide sterft, toe samen ain ein
taffell eten en drincken een ehrliche maeltijt…
De bewoonsters hoefden tijdens hun leven hun vermogen niet af te staan, maar na het overlijden werden de goederen verkocht en vloeiden de opbrengsten in de kas van de stichting. Eventueel werd van de opbrengst de begrafenis betaald.
Het maximale aantal bewoonsters was aanvankelijk 6, maar in 1791 was het aantal uitgegroeid naar 9. In dat jaar is het pand aan de achterkant uitgebreid, waarna huisvesting tot 20 bewoonsters mogelijk was.
In 1961 kwam er een einde aan de huisvesting van oude dames; de laatste bewoonster was overleden.
Om het testament uit te voeren is een stichting opgericht onder de naam Stichting Naell Tynnegieter.
In 1611 werd het bestuur van de stichting aan de gemeente overgedragen.
In 1969 is het door de gemeente op haar beurt overgedragen aan De Drie Gasthuizen.
Kort daarna is het pand particulier verkocht.
Dit pand is aangewezen als rijksmonument
Het gaat om een zijstraat van de Hommelseweg in de wijk Sint Marten / Sonsbeek.
In de rubriek “Arnhem voor eeuwig” van de Gelderlander beschrijft Peter Bloemendaal aan de hand van een oude foto het leven in Arnhem in vroeger dagen. Deze aflevering gaat over het Naell Tynnegieterhuis.