Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


de_baksteen

De baksteen

De geschiedenis van de baksteen

De eerste gebakken stenen zijn gevonden in Mesopotamië en dateren van ongeveer 5000 v. Chr. Het duurde echter nog tot circa 3000 v. Chr. voordat ze op grotere schaal als bouwmateriaal werden gebruikt. In eerste instantie werden stenen met de hand gevormd uit een bal klei, maar al snel deed de vormbak zijn intrede, waarmee series stenen gemaakt kunnen worden van (ongeveer) gelijke afmetingen en structuur. In Europa werd baksteen voor het eerst door de Romeinen op grote schaal toegepast.

Toen de Romeinen begin van de 5e eeuw verdwenen uit de Nederlanden, verdween daarmee ook de baksteennijverheid. In de eeuwen hierna was er minder behoefte aan steen als bouwmateriaal en werd vooral hout, leem, riet en zoden gebruikt.

In de loop van de Middeleeuwen ontstond meer behoefte aan hardere materialen. De voorheen uit het buitenland aangevoerde natuursteen kon niet meer aan de eis voldoen. In Italië was de baksteentechniek wel bewaard gebleven. De Friese kloosterorden1), die contact hadden met Italië, herintroduceerden de kunst van het stenen bakken begin 12e eeuw in Nederland. De zeeklei die in Friesland gebruikt werd als grondstof, vereiste echter een ander bakprocedé. Naar waarschijnlijkheid hebben de Friese monniken dat procedé zelf ontwikkeld. Het zou tot de 13e eeuw duren voordat de techniek zich vanuit Friesland over Nederland verspreidde.

Ook in Arnhem werden in de 13ede eeuw stenen gebakken. Ten oosten van Arnhem waren steenovens in Het Broek en nabij IJsseloord. De jaarlijkse baksteenproductie van beide ovens samen bedroeg 400.000 stuks. Deze ovens produceerden bijvoorbeeld de stenen waarmee, nadat Arnhem in 1233 stadsrechten had gekregen, de stadsmuren en poorten werden gebouwd. En die waarmee de Historische Kelders zijn gemaakt.

Wat is verder het weten waard

Benamingen

  • de zijde van een baksteen die de kleinste oppervlakte heeft, heet de 'kop';
  • de zijde die de grootste oppervlakte heeft, heet de 'platte kant';
  • de lange zijde heet de 'strek';
  • een 'halfsteensmuur' is een halve steen of kop dik (100 mm bij waalformaat);
  • een 'enkelsteensmuur' (of 'steensmuur') heeft een dikte die gelijk is aan de strek (210 mm bij waalformaat).

Benamingen voor ingekorte stenen:

  • klezoor: 1/4 steen of een 1/2 halve steen;
  • drieklezoor: 3/4 steen of 3 klezoren bij elkaar;
  • halve steen: een in de breedte gehalveerde steen;
  • klisklezoor (ook wel 'hengst' genoemd): een in de lengte gehalveerde steen, het kopeinde is een halve kop;
  • geschifte steen: een in de hoogte gehalveerde steen;
  • lepe steen: een steen waar een driehoekig deel uit is gehakt (bijvoorbeeld om metselwerk onder een hoek te laten aansluiten);
  • varken: een steen die over de gehele lengte in de hoogte is afgeschuind (bijvoorbeeld om bogen te metselen).

2)

Kloostermoppen

Kloostermoppen, ook wel kloosterstenen of monniksstenen genoemd, zijn middeleeuwse bakstenen. Ze waren veel groter dan de huidige bakstenen en werden vooral gebruikt in kloosters, kerken en kastelen. De naam kloostermoppen komt (vrijwel zeker) daar vandaan dat dat kloosterorden aan de bakermat van de baksteenfabricage stonden.

De maat van de stenen als hulpmiddel bij het dateren van muren

Middeleeuwse bakstenen varieerden enorm in grootte. Maar als vuistregel geldt: hoe dikker de mop hoe ouder. Tijdens het historisch bouwkundig onderzoek in de binnenstad van 1991 – 2001, waarin ook de Historische Kelders zijn onderzocht, is dan ook vaak uit de maat van de stenen de datering van de kelder afgeleid.

Metselverbanden

Enkele vaak voorkomende metselverbanden vind je hier.

1)
In de 12e en 13e eeuw waren er juist in Friesland heel veel kloosters. Er is geen provincie in Nederland die zo gevormd is door kloosters als Friesland.
2)
Afbeelding afkomstig van Wikipedia, Door Arend041 - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3805039
de_baksteen.txt · Laatst gewijzigd: 2023/10/30 09:08 (Externe bewerking)