Dit pand is omstreeks 1890 gebouwd als fabriekspand met 2 bovenwoningen voor de Arnhemsche Passement- en Bandfabriek.
De architect van het pand is onbekend. De detaillering van de gevel doet echter sterk denken aan architect J.W. Boerbooms.
Het pand is in 2016 gerestaureerd en omgevormd naar drie herenwoningen. Daarbij is het zoveel mogelijk teruggebracht in de oorspronkelijke staat.
De voorgevel is een mengvorm van neogotiek en neorenaissance.
De twee buitenste traveeën worden bekroond met een trapgevel waarvan de trappen oorspronkelijk voorzien waren van bakstenen pinakels.
Op de begane grond bevat de gevel binnen elke travee een grote opening, afgesloten met een segmentboog. Op de foto uit 1900 1) hiernaast zijn deze bogen ook te zien.
In het metselwerk boven deze openingen bevindt zich in een uitgemetselde bakstenen lijst een tegeltableau uitgevoerd in groene en gele tegeltjes en met de tekst “NV Arnhemsche Band- en Passementfabriek”. Dit tableau is origineel en bevat op verschillende plaatsen nog het oorspronkelijke tegelwerk. Het was, toen het bij de restauratie tevoorschijn kwam, wel ernstig beschadigd en overschilderd. In Portugal zijn nieuwe tegels gebakken om de oorspronkelijke tegels en naam aan de gevel weer in oude glorie te herstellen.
Op de gevel is veel decoratief tegelwerk aangebracht in gele, groene en oranje tegeltjes, In de boogvelden boven de ramen, in de smalle blindnissen aan weerszijden van de vensters in de topgevels, in de ronde blindnissen boven die vensters.
Het metselwerk van de voorgevel is verlevendigd door in siersmeedwerk uitgevoerde gevelankers en uitgemetseld pilasterwerk. Tussen de consoles onder de houten bakgoot is ook siermetselwerk uitgevoerd.
De trappen van de gevel worden afgesloten door een natuurstenen ezelsrug.
Binnen zijn veel van de oorspronkelijke authentieke details zoals paneeldeuren, trapleuningen, schuifdeuren, ornamentenplafonds (beschadigd) bewaard gebleven.
De Arnhemsche Passement- en Bandfabriek was de eerste gebruiker van dit pand.
Het bedrijf is in 1862 opgericht door de heer A. van der Pot. In het bedrijf werden passement- en bandwerken gemaakt.
Het bedrijf is begonnen in een klein pandje aan de Wielakkerstraat met enkele handweefgetouwen, en later aan de Weverstraat. Vanwege de toenemende industrialisatie, mechanisatie en omzetgroei ontstond de behoefte aan een grotere en meer geschikte locatie; dat werd in 1894 dit pand aan de Boulevard Heuvelink.
A. Markus, Arnhem omstreeks het midden der vorige eeuw met geschiedkundige aanteekeningen, Arnhem 1907
In het eerste kwart van de twintigste eeuw werden in de nieuwe fabriek diverse moderniseringen doorgevoerd, en werd de oppervlakte van de fabriek meerdere malen uitgebreid.
In een artikel in een krant uit 1911 lezen we:
“Deze fabriek werd in het jaar 1862 op bescheiden schaal opgericht en is thans, zoo niet de grootste, dan toch zeker een der meest modern ingerichte fabrieken hier te lande….. De voortdurende uitbreiding is wel een bewijs dat de verschillende artikelen, welke deze firma fabriceert solide en concurreerend zijn. Dat zij niet alleen in Nederland hare afnemers vindt, doch ook over de grenzen eenen goeden naam verworven heeft, blijkt hieruit dat haar nog verleden jaar door eene aanzienlijke Brusselsche firma de levering der passementeriën voor het Paleis van wijlen Z.M. Koning Leopold II opgedragen werd.”
In 1927 werd het bedrijf verplaatst naar de Amsterdamseweg, aanvankelijk naar nummer 57, in 1935 naar het pand van de Arnhemse Fayencefabriek aan de Amsterdamseweg 27. Hier zou de firma tot aan het faillissement in 1977 blijven.
Passementen zijn decoratief borduurwerk of kantkloswerk in de vorm van belegsels, borduursels, tressen of garnering. Zij waren bestemd voor bijvoorbeeld kostuums van hoogwaardigheidsbekleders, maar ook ter decoratie van lampenkappen, kleden of gordijnen (‘meubelpassementerieën’).
Vlak bij dit pand van de voormalige passementfabriek, in het Emmaplantsoen, staat een bank, gemaakt van bomen uit de Parkstraat, met passementen.
In 1927 werd de het fabrieksgedeelte van het pand aan de Boulevard Heuvelink verbouwd tot papier- en enveloppefabriek voor de N.V. Luxe Postpapier en Enveloppenfabriek, voorheen J. Klompé.
In 1933 nam garagebedrijf Burgers het pand in gebruik. De voor- en achtergevel van het hoofdgebouw werden daarvoor gewijzigd: de tweede opening van links werd een inrit waardoor men door het pand naar de garage-werkplaats op het achter-terrein kon rijden. Ook werd er op het voorterrein aan de Boulevard Heuvelink rechts van de inrit een elektrische benzinepomp geplaatst.
Het garagebedrijf werd in 1957 overgenomen door Adriaan Zijm en Jan Rosenboom. Het bedrijf kreeg de naam Zijm’s Boulevard Garage.
In 2015 sloot het autobedrijf aan de Boulevard Heuvelink zijn deuren.
De projectontwikkelaar die de renovatie van dit pand heeft aangepakt, is Schipper Bosch