Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


tuinbeelden

Tuinbeelden van Ignatius van Logteren

In de parken tussen de binnen- en de buitensingels staan 6 beelden van Ignatius van Logteren (1685 – 1732), een van de grootste (zo niet de grootste) Nederlandse “statuariebeeldhouwers”. Hij heeft ze gemaakt in 1712-1713.
Ze zijn van Bentheimer zandsteen.

Wat is er te zien?

Pluto

Pluto staat in het Lauwersgrachtpark, in de buurt van Musis Sacrum.

Pluto is de Romeinse god van de onderwereld (Grieks: Hades). Zijn rijk strekt zich uit onder de aarde, onder de wereld van de levende mensen. Het is de plaats waar de zielen van de overledenen heengaan om de eeuwigheid door te brengen. Pluto is eindverantwoordelijke voor dit rijk en voor het lot van de zielen (hun bestraffing of beloning).

Pluto wordt vaak afgebeeld met zijn driekoppige hellehond Cerberus en een tweetandige scepter.

Bij dit beeld laat Pluto zijn linkervoet rusten op de onder hem liggende hellehond. Op het hoofd heeft hij een kroon. In de rechter hand houdt hij een knots vast, die op de rechter schouder rust. Deze knots is (waarschijnlijk kort na WO II) ten onrechte aangebracht. Zie hierna). Dit had een tweetandige scepter moeten zijn. In de linker hand houdt hij een ketting vast, die is verbonden met de halsband van de hellehond. Deze hier tweekoppig weergegeven hond ligt aan Pluto's voeten en kijkt naar hem op.

De bekendste mythe waarin Pluto een hoofdrol speelt, is die over het ontstaan van de winter.
Volgens de overlevering heerste Pluto alleen over zijn rijk en werd hij eenzaam. De godin Venus en haar zoon Amor schoten te hulp en Amor beschoot Pluto met zijn pijlen. Meteen hierna vertrok Pluto naar de bovenwereld. Daar viel zijn oog op de beeldschone Proserpina, de dochter van de godin van de aarde, Ceres (Grieks Demeter). Pluto ontvoerde haar naar de onderwereld en maakte haar tot zijn vrouw.
Uit wanhoop over het lot van haar dochter liet Ceres de aarde vruchteloos worden en stampvoette zij over de wereld, waarbij ieder van haar voetsporen een woestijn werd.
Toen zond Jupiter de god Mercurius naar Pluto met het bevel Proserpina aan haar moeder te retourneren. Pluto gehoorzaamde, maar haalde wel een list uit: voordat ze mocht vertrekken liet Pluto haar zes zaden van een granaatappel uit de onderwereld eten. Als er eenmaal iets in het dodenrijk is gegeten, kan men niet meer terug. Voor elke pit die ze gegeten had moest Proserpina daarom een maand naar Pluto in de onderwereld terugkeren. Zij werd zo tot in de eeuwigheid voor zes maanden van ieder jaar aan hem gebonden en moest ieder half jaar met hem doorbrengen in de onderwereld. In deze tijd rouwt Ceres in haar eenzaamheid en laat zij de aarde afkoelen, eerst in de herfst, daarna in de winter.
Granaatappelzaden zijn overigens door dit verhaal een symbool van trouw in het huwelijk.

Het beeld is een rijksmonument.

Juno

Juno staat in het perk voor Musis.

Juno is de Romeinse godin de huwelijken en de heerseres van de hemelen en oppergodin (Grieks: Hera). Zij is de vrouw van de oppergod Jupiter (Grieks: Zeus), die de heerser van de hemelen is.

Juno wordt gewoonlijk afgebeeld met een gouden scepter in de hand en een gouden kroon op haar hoofd , om aan te duiden dat zij de koningin is van de hemelen en de aarde. Juno wordt vaak afgebeeld met een pauw.

Bij het beeld wordt het krullende haar bekroond door een diadeem. Aan haar rechter zijde bevindt zich een pauw.

Jaren geleden was Juno beschadigd geraakt en stond het beeld niet langer opgesteld. Enige tijd geleden is het gerestaureerd en kreeg het weer een plaats aan de Velperbinnensingel, nu voor de ingang van Musis Sacrum.

Het beeld is een rijksmonument.

Bacchante

De Bacchante staat in het Janspark vlak bij de Mediamarkt

Bacchanten (Grieks: Mainaden) zijn nimfen dien de god van de wijn, het plezier en de dans, Bacchus (Grieks:Dionysos) vergezellen en vereren.
Ze staan bekend als gestoorde vrouwen die wilde dansen uitvoeren en toegeven aan grof geweld, seks, drank en verminking. Hun voedsel bestaat uit rauw vlees, dat zij met blote handen van hun slachtoffer afscheuren. In veel verhalen wordt het gedrag van de Bacchanten/Mainaden als voorbeeld gesteld voor de effecten van te veel alcohol.

De Bacchante is lange tijd zoek geweest. Door personele wisselingen bij de afdeling Erfgoed van de gemeente Arnhem werd geen opdracht gegeven de restauratie uit te voeren. Het beeld raakte in de vergetelheid; niemand wist zelfs waar het was. Na een speurtocht bleek zij in een beeldhouweratelier in Amersfoort te staan. De gemeente heeft toen opdracht gegeven het te herstellen.

De Bacchante is in december 2012 op ongeveer dezelfde plaats geplaatst waar het vroeger (naast de muziektent op het Velperplein) gestaan heeft.

Het beeld is een rijksmonument.

Neptunus

Neptunus staat in het Janspark t.h.v. Jansbinnensingel nr 27

Neptunus is de Romeinse god van de zee (Grieks: Poseidon). Oorspronkelijk was hij een god van de golven en van alle stromend water. Hij is nu eens een geweldige, barse en trotse godheid, dan weer de God die de door storm bewogen zee tot bedaren brengt.

Neptunus wordt meestal afgebeeld als een naakte of halfnaakte, bebaarde man en heeft als attributen gewoonlijk een drietand of staf en soms ook een dolfijn, boeg van een schip, scheepsanker, of globe. Soms wordt hij afgebeeld als een zeemeerman (half mens, half vis).

Bij het beeld bevindt zich tussen kleed en benen van Poseidon een grote “Jacobsschelp”. Op het hoofd draagt Poseidon een kroon. In zijn opgeheven rechter hand houdt hij een lange drietand vast.

Het beeld is een rijksmonument.

Venus

Venus staat in het Janspark t.h.v. Jansbinnensingel nr 17

Venus is de Romeinse godin van de liefde en de vrouwelijk schoonheid, liefde, seksualiteit en vruchtbaarheid (Grieks Aphrodite).

Venus werd vaak uitgebeeld als een mooie, jonge vrouw, vaak naakt en soms ook halfnaakt. Venus is te herkennen aan haar lange, golvende haar, dat vaak tot aan haar heupen liep. Toch droeg ze het soms gebonden, vooral omdat dit op beelden makkelijkere te maken was. Venus had niet echt vaste attributen. Vaak werd ze afbeeld met een appel, een spiegel, een roer of een dolfijn. Ook had ze soms een andere god vast. Vaak was dit Cupido (liefde) of Victoria (overwinning). In sommige kunst staat Venus ook in schelp, een zogeheten venusschelp (zoals in “De Geboorte van Venus” van de Sandro Botticelli). Een bekend beeld van haar is de Venus van Milo.

Bij het beeld staat Venus met de rechter voet op een schelp. In de hoog opgeheven. hand droeg zij een spiegel. Van de neerhangende linker arm is de hand verdwenen. Oorspronkelijk hield zij met de linker hand haar lange vlechten vast. Aan haar voeten bevindt zich een dolfijn met opengesperde bek, grote ronde ogen en een kronkelend achterlijf, dat tot aan het bovenbeen van de godin reikt. Een deel van het gewaad hangt over de flank van de vis.

Het beeld is een rijksmonument.

Proserpina

Proserpina staat in het Janspark t.h.v. Jansbinnensingel nr 10

Proserpina is de Romeinse godin van de onderwereld en de – geschaakte – echtgenote van Pluto (Grieks: Persephone). Zij is ook de godin van de lente (zie de mythe hierboven).

Bij het beeld heeft Proserpina een schaaltje in haar hand en een kroon op het hoofd; het schaaltje verwijst naar het doosje met schoonheidswater dat Psyche bij haar moest halen (een verhaal dat hier te vinden is). De bloemen aan haar voeten verwijzen naar de bloemen die ze aan het plukken was toe Pluto haar kidnapte.

Het beeld is een rijksmonument.

Wat is het weten waard?

Beelden in paren

De tuinbeelden zijn, zoals vaak gebeurde door Ignatius van Logteren, gemaakt in tweetallen van een mannelijke en een vrouwelijke figuur:
Neptunus en Venus horen bij elkaar,
en ook Pluto en Proserpina.
Bij Juno hoort Jupiter, haar partner, maar deze is “door het oorlogsgeweld dermate beschadigd, dat herstel niet meer mogelijk is” (aldus een brief van de gemeente Arnhem aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 15 oktober 1948).
Bij de Bacchante hoort een dansende faun, die in de oorlog het loodje heeft gelegd.
Oorspronkelijk waren er dus 8 beelden.

Hoe zijn de beelden in Arnhem terecht gekomen?

De beelden zijn gemaakt voor een buitenplaats in Breukelen, nu Boom en Bosch geheten. De tuin met de beelden vormde een uniek schouwspel voor de langs varenden op de Vecht en de wandelaars en reizigers per koets op het Zandpad aan de overzijde. Deze litho uit 1836 door P.J. Lutgers geeft daar een mooie indruk van.

De 8 beelden werden in 1847 door de toenmalige eigenaresse van Duin en Bosch geveild en gekocht door mevrouw Bartholomée Hermina Brand tot Cabauw, eigenaresse van Queekhoven, ook een kasteel aan de Vecht. Zij was in 1839 getrouwd met François Gijsbert Staatskin, baron van den Brakell tot den Brakell, eigenaar van het kasteel Vredestein, gelegen tussen Zoelmond en Ravenswaay. Nadat de beelden 2 jaar bij Queekhoven hebben gestaan, worden ze in 1849 overgeplaatst naar de tuin van Vredestein.

De baron en zijn echtgenote vestigden zich in Arnhem in een van de fraaie toen nieuwe huizen aan de Velperbinnensingel (tegenover Musis Sacrum, de plaats waar nu de Musis parkeergarage is) en schonken de beelden (samen met een tuinvaas – ook in het Janspark - en een dubbelbeeld, de Roof van Proserpina – op het Croydonplein – ) in 1859 aan de stad Arnhem. Voorwaarde van de schenking was dat hij de tuinbeelden vanuit zijn woning kon zien. Daarmee werden de beelden geplaatst in de nieuw aangelegde plantsoenen tegenover zijn huis1).

Ignatius van Logteren en Daniel Marot

Het werk van Van Logteren is sterk beïnvloed door de uit Frankrijk afkomstige Daniël Marot. Daniël Marot was een culturele duizendpoot. Hij ontwierp gebouwen, tuinen, meubels en ga zo maar door. Beroemd werd hij door Paleis ’t Loo, Paleis Kneuterdijk en de Trêveszaal op het Binnenhof. En door de introductie van de statige 18e eeuwse Lodewijk XIV-stijl in Nederland. Zij waren bevriend met elkaar. Marot heeft zijn vriend van Logteren ook geholpen met ontwerpen voor zijn beelden. Dat blijkt ook bij deze beelden het geval te zijn. Dat zou ook de verklaring ervoor zijn dat deze beelden, anders dan gebruikelijk, niet gesigneerd zijn door Van Logteren (“hij heeft ze niet ontworpen, alleen maar gemaakt”).

Wie stellen de beelden voor?

In de loop van de tijd zijn er verschillende namen aan sommige van de beelden gekoppeld. Zo is het beeld van Pluto waarschijnlijk bij de restauratie na de oorlog voorzien van een knots, wat erop wijst dat het werd aangezien voor een beeld van Hercules (Grieks: Heracles). Het beeld van Venus is volgens de site Rijskmonumenten.nl van Amphritite, de vrouw van Poseidon; het beeld van Proserpina zou Hestia voorstellen. En ook werd Proserpina wel aangezien voor Pandora.

P.M. Fischer, de grote expert van de 18e eeuwse beeldhouwkunst, en schrijver van een monografie over vader en zoon Van Logteren (Ignatius en Jan van Logteren: beeldhouwers en stuckunstenaars in het Amsterdam van de 18e eeuw, Canaletto/Repro-Holland, 2005) heeft uitgezocht hoe het echt is. Onder andere in een artikel in Arnhem de Genoeglijkste (de voorganger van het arnhems Historisch tijdschrift) laat hij zien dat een aantal beelden (met een naam!) voorkomen in een boek van Marot, “Livre de Statues”, een boek waarin hij ontwerpen van beelden heeft opgenomen. Bij de beschrijving van de beelden hiervoor hebben we de conclusies van Fischer gevolgd.

1)
In het arnhems Historisch tijdschrift van december 2018 is hierover meer informatie te vinden
tuinbeelden.txt · Laatst gewijzigd: 2023/10/30 09:08 (Externe bewerking)