Aan het begin van de 20e eeuw groeit naast het inzicht in het belang van goede hygiëne, ook het belang van promotie. Winkeliers die zich op een koopkrachtig publiek richten gaan hun winkels van wandtegels voorzien. Deze zijn goed te reinigen en bieden decoratieve mogelijkheden om de betekenis en de uitstraling van de winkel te ondersteunen. Langs de wanden komen grote, kleurige en fris geglazuurde tableaus die, als reclameplaten, een geïdealiseerd beeld geven van de landelijke (bijvoorbeeld boter) of juist exotische (bijvoorbeeld thee) herkomst van de koopwaar.
Tientallen winkels door het hele land worden in de periode 1900 – 1940 voorzien van series tableaus. Aanvankelijk in art-nouveaustijl en later een stuk soberder. Niet alleen bij de grote ketens maar ook bij zelfstandige slagers, bakkers en viswinkels, worden de interieurs verrijkt met fraaie tegelwanden.
Kampioen van de winkeltegels is ongetwijfeld de Bossche firma P. de Gruyter & Zn, ruim een halve eeuw de grootste kruidenier van Nederland. Deze firma ontwikkelde een geheel eigen huisstijl. Het interieur van de winkels was ingericht met kristallen kroonluchters en houten voorraadbakken. Aan de wanden prijkten tegeltableaus met afbeeldingen van de oogst of exotische taferelen van herkomstgebieden van producten zoals koffie.
Ook de winkelpuien van de kruidenierswinkels van De Gruyter werden van tegels voorzien.
In de jaren 1918-1940 vervaardigde De Porceleyne Fles circa 130 winkelpuien in bouwaardewerk. Van deze winkels ontwierp de huisarchitect Welsing (1858-1942) er tot 1928 circa 55. Hij werd opgevolgd door de architect Wilschut (1905-1961).
De pui moest volgens de huisstijl worden bekleed met blauw geglazuurde tegels (later blauw-groen) waarin de lettervormen als reliëftegels met goudglanzend glazuur werden aangebracht.
Tot en met 1924 werden de puien uitgevoerd in een gestileerde historiserende stijl, vervolgens in art-decostijl en vanaf 1934 in een sobere modernistische stijl.
Twee andere winkelketens, Zijlstra en Albert Heijn, maakten ook gebruik van keramische winkelpuien, deels vervaardigd door De Porceleyne Fles, evenals BOKA, een goedkopere formule van De Gruyter.
Na 1945 verdwijnt de toepassing van bouwaardewerk voor nieuwe winkelpuien.
Veel oude winkelpuien zijn gesloopt na het faillissement van De Gruyter in 1977, circa vijftig zijn bewaard gebleven. Eveneens zijn er vijf keramische winkelpuien van Albert Heijn en drie van Zijlstra (waaronder een in Arnhem) bewaard gebleven.