Dit is een oude revisie van het document!
In 1938 werd de 400e sterfdag van hertog Karel van Gelre groots gevierd. Naar aanleiding daarvan ontstond het idee een standbeeld voor de hertog op te richten. Toen daarvoor voldoende geld bij elkaar was gebracht (het was een particulier initiatief), werd aan de plaatselijke bouw- en tekenschool ‘Kunstoefening’ opdracht gegeven om het standbeeld te maken. Onder leiding van hun docent Gijs Jacobs van den Hof hebben twee leerlingen, Ab Diekerhof en Joop Hekman het gemaakt.
Het is gemaakt uit een brok Belgisch kalksteen.
Op 13 april 1949 heeft burgemeester Chris Matser het beeld aan de Jansplaats onthuld.
Het opschrift op de sokkel is:
Karel
Hertog van Gelre en van Gulik
Graaf van Zutphen
1467-1538
Al in 1940 begonnen de kunstenaars met het realiseren van het beeld. Maar op verschillende manieren heeft de oorlog voor vertraging gezorgd.
De steen, waaruit het beeld gemaakt zou worden, moest van België naar Arnhem vervoerd worden. Door oorlogshandelingen verdween hij echter in de Maas 1). Daaruit moest hij dus weer worden opgevist.
Daarna moesten kolennood en onderduiken worden ondergaan. Ook Joop Hekman moest noodgedwongen onderduiken.
Ondanks dat alles was het beeld vóór de evacuatie gereed. Maar na de bevrijding bleek de kop van het het beeld ernstig beschadigd en moesten de kunstenaars een nieuw hoofd hakken.2)
Moest het beeld al vóór de onthulling een nieuw hoofd krijgen, daarna is de kop nog 3 keer verdwenen.
Eerst in 1963, toen het hoofd in Sonsbeek te vondeling was gelegd.
Daarna begin jaren negentig van de vorige eeuw. Het toen verdwenen hoofd is nooit teruggevonden. Daarom is toen een nieuw hoofd gemaakt. Dat was overigens volgens de kunstenaar, Ab Diekerhof, te groot.
En tenslotte hebben op 30 mei 2009 baldadige jongeren het standbeeld onthoofd.
misschien ook daarbij dat een kunstenaar op een ludieke manier daar aandacht voor heeft gevraagd
Al tijdens de oorlog is nagedacht over de tekst van de plaquette die op het beeld zou worden geplaatst. Rijksarchivaris Martens van Sevenhoven heeft daarvoor voorstellen gedaan aan burgemeester Bloemers. Een van de voorgestelde teksten was:
Carolus dux Gelriae et comes Zutphaniae, 1467-1538, Germanorum Imperatoris acerrimus oppugnator
(Karel hertog van Gelre en graaf van Zutphen, 1467-1538, Zeer fel bestrijder van de keizer van de Duitsers).
Een tekst met een boodschap die vast niet in goede aarde zou vallen bij de Duitse bezetter.
Zeker vanaf de eerste helft van de negentiende eeuw, maar waarschijnlijk al langer, wordt jaarlijks in Huissen de mislukte poging van hertog Karel in 1502 om Huissen te veroveren, herdacht en gevierd door de Huissense gilden. Het Beleg en Ontzet wordt dan nagespeeld. Dit gebeurt op de zaterdag het dichts bij de feestdag van Sint Jan, 24 juni.
Kort na onthulling al, voor het eerst in 1949, hebben de Huissenaren bij die herdenking ook het standbeeld van hertog Karel betrokken. Zie bijgaand foto in de Arnhemsche Courant van 12 juli 1949.
Zij brachten dan hun minachting voor hertog Karel tot uitdrukking en bezorgden hem allerlei etenswaren en drank (een Korfcken visch ende slaet“) om aan te tonen dat hun voorraadkasten zo vol waren dat zij het beleg gemakkelijk konden doorstaan.
Rond 1970 is dit deel van de herdenking verdwenen.