Dit is een oude revisie van het document!
De cursus begint met de Romeinen die in Meinerswijk een castellum bouwden om de grens van Romeinse Rijk te bewaken.
Vervolgens wordt ingegaan op de invallen van de Noormannen (Meinerswijk), het ontstaan van het graafschap Hamaland en de religieuze en economische activiteiten van de abdijen van Elten en Prüm.
Deze activiteiten leidden er toe dat rond de Jansbeek een kleine gemeenschap ontstond die zich vrij snel ontwikkelde tot Arnhem, een dorp van bovenlokale betekenis. Graaf Otto II van Gelre verleende Arnhem in 1233 stadsrechten. Daarmee kreeg de stad een aantal privileges zoals het recht om zichzelf te besturen, tol te heffen en (jaar-) markten te organiseren.
In 1339 werd Arnhem de hoofdstad van het Kwartier van de Veluwe van het hertogdom Gelre. De hertogen waren geziene gasten in de stad, maar aan de andere kant vormden de financiële bijdragen die Arnhem aan de hertogelijke expansiepolitiek moest leveren een reden tot ergernis. Toch vormde deze periode op cultureel gebied een Gelderse gouden eeuw, die ook in Arnhem zijn weerslag heeft.
Algemeen: in de wandeling bekijken en bespreken we de plekken waar de onderwerpen uit de lezing ervaren kunnen worden.
- betekenis voor de stad vroeger en nu, oude/nieuwe loop - erkhofoproer 1783, enz - Molens - domeinen van Elten, Prüm en Anholt in en buiten de stad
- scheiding voorhuis-achterhuis om stadsbranden in te perken. - Stratenplan uit de ME. - Ook de aanwezigheid van veel ME’se kenmerken in de binnenstad. O.a. de trapgevels, stadserven, poorten, de breedte van de hoofdstraten, zijstraten, stegen, enz.
(beide panden hebben dezelfde eigenaar). - Verhaal van de krotten achter de sjieke herenhuizen.
- de boog van de binnenpoort. Naast de Sabelspoort het enige restje van onze vestingstad.